Soorten pijn.

Het is van groot belang om vast te stellen om wat voor soort pijn het gaat, omdat dit gevolgen kan hebben voor de keuze van de diagnostiek en de behandeling.

 

Er zijn 5 soorten pijn die kunnen worden onderscheiden:

  1. Nociceptieve pijn
  2. Neuropatische pijn
  3. Viscerale pijn
  4. Vasculaire pijn
  5. Oncologische pijn

 

Ook kan de pijn verdeeld worden in acute pijn of chronische pijn.

 

  1. Nociceptieve pijn

Nociceptieve pijn ontstaat door weefselschade (ontsteking) waarbij stoffen vrijkomend ie de nociceptoren prikkelen.

Bij nociceptieve pijn komt het voor dat iemand ook perioden heeft waarin nauwelijks tot geen pijnklachten waarneembaar zijn.

Bij weefselschade komen veel stoffen vrij, zoals prostaglandines, deze prikkelen de nociceptoren. Paracetamol & NSAID’s grijpen in op deze prostagladines en leiden tot pijnreductie.

 

  1. Neuropathische pijn

Neuropathische pijn wordt veroorzaakt door beschadiging of dysfunctie van zenuwweefsel. Als de beschadiging of dysfunctie zich in het centrale zenuwstelsel bevindt, heet het centrale pijn.

De pijn is altijd aanwezig, ongeacht de belasting en gaat gepaard met spontane pijnaanvallen.

 

  1. Viscerale pijn

Viscerale pijn wordt veroorzaakt door weefselbeschadiging van interne organen en is zodanig een nociceptieve pijn.

De pijn wordt meestal diffuus aangegeven, in tegenstelling tot andere nociceptieve pijn.

 

  1. Vasculaire pijn

Vasculaire pijn wordt veroorzaakt door vasculaire arteriële insufficiënte cq arteriële afsluiting. Hierbij treedt nociceptieve pijn op door weefselbeschadiging, maar ook neuropathische pijn door beschadiging of dysfunctie van zenuwweefsel.

De medicamenteuze behandeling richt zich dan ook op de nociceptieve en neuropathische pijnmechanismen. 

 

  1. Oncologische pijn

Bij oncologische pijn wordt de pijn veroorzaakt door het tumorproces.

Tijdens een oncologische behandeling kan er ook pijn ontstaan, zoals bestralingsneuropathie en cytostaticaneuropathie.

Oncologische pijn kan nociceptief, neuropathisch en visceraal zijn of een combinatie hiervan.

Bij oncologische pijn zijn de secundaire factoren erg belangrijk zoals angst & depressiviteit. Dit kan leiden tot therapieresistente pijn, waarbij eerdere verhogingen van de pijnmedicatie niet tot een gewenst resultaat heeft geleid.

De medicamenteuze behandeling bestaat niet alleen uit antinociceptieve en antineuropathische medicatie, maar ook adjuvante medicatie zoals anxiolitica en antidepressiva kunnen een pijnreducerend effect hebben.

 

Acute en chronische pijn

Acute of kortdurende pijn is de pijn die het meeste voorkomt. Acute pijn is een manier van het lichaam om te laten weten dat er iets mis is en dat er iets aan gedaan moet worden. De zenuwuiteinden worden sterk geprikkeld of beschadigd waarna de pijn via de zenuwen aan de hersenen wordt doorgegeven. Het is meestal een scherpe of schrijnende pijn en is vaak goed te behandelen met paracetamol.

 

Chronische pijn is pijn die steeds terugkomt of langer dan 6 maanden aanhoudt en niet te verlichten is met medicatie of een operatie. Veelvoorkomende chronische pijn is rug- en beenpijn, complex regionaal pijnsyndroom en zenuwpijn.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb