Richtlijn NHG pijnbestrijding.

Deze richtlijn beperkt zich tot de farmacotherapeutische aspecten van pijnbestrijding in de eerste lijn. Eerst worden enkele algemene principes besproken, gevolgd door het beleid.

Een apart gedeelte is gereserveerd voor de behandeling van neuropathische pijn. Voor de behandeling van koliekpijn wordt verwezen naar de NHG-Standaard Urinesteenlijden en naar de Farmacotherapeutische richtlijn Geneesmiddelen in spoedeisende situaties (zie www.nhg.org).


Pijn is te onderscheiden in nociceptieve pijn en neuropathische pijn.

Nociceptieve pijn is een onaangename sensorische en emotionele ervaring die in verband wordt gebracht met bestaande of dreigende weefselbeschadiging.

Neuropathische pijn is het gevolg van een beschadiging of disfunctie van het perifere of het centrale zenuwstelsel, en kan zich uiten als een abnormale pijnervaring of een overgevoeligheid voor prikkels die normaal geen pijn veroorzaken.

Pijn heeft de functie (dreigende) weefselbeschadiging te signaleren en zoveel mogelijk te vermijden. Bij acute pijn is de relatie met weefselbeschadiging vaak gemakkelijk te leggen. Bij chronische pijn is het verband met de oorzaak minder duidelijk aan te geven en spelen psychische en sociale aspecten een grotere rol.

Pijnbeleving is subjectief. Talrijke psychische, sociale en culturele factoren bepalen hoe mensen de pijnprikkel ervaren (pijndrempel), welke betekenis zij aan de pijn toekennen (interpretatie) en hoe zij de klacht presenteren (hulpvraag). Angst, onrust, onzekerheid, eenzaamheid en verveling kunnen de pijnbeleving verergeren, aandacht, geruststelling en afleiding kunnen haar verminderen. In deze richtlijn wordt op de pijnbeleving verder niet ingegaan.

 

Klik hieronder op de knop voor de Richtlijn NHG Pijnbestrijding.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb